Het knotten van bomen, met name wilgen gebeurt in Nederland al eeuwen. De knotwilg hoort in ons land dan ook bij het typische Nederlandse cultuurlandschap. Knotwilgen bieden door hun dichte kruin en hun vaak holle stam een nest-en schuilgelegenheid voor vogels, marters, vleermuizen en insecten. Om de nesten niet te verstoren, worden knotwilgen in de winter gesnoeid: dan heeft de wilg geen bladeren. Bij het knotten worden de wilgen ontdaan van hun kroon. Eenmaal geknot, moeten de wilgen periodiek geknot worden om te voorkomen dat de wilgen(takken) uitscheuren. De tenen werden vroeger gebuikt om manden en bijenkorven van te vlechten.

In drie kernen van de gemeente Lingewaard zijn vrijwillige knotgroepen actief: in Bemmel, Huissen en Angeren. De knotgroepen werken van november tot maart, op zaterdagochtend.

Vind je het leuk om (een keer) mee te helpen?

Neem dan contact op met een van de knotgroepen:

Knotgroep Bemmel: knotgroepbemmel@lingewaardnatuurlijk.nl

Knotgroep Huissen en Angeren: knotgroephuissen@lingewaardnatuurlijk.nl